Portret: "meester in Rwanda"
Blijf op de hoogte en volg Hetty
14 Maart 2013 | Rwanda, Gitarama
Ze hebben het niet gemakkelijk, de leerkrachten van de basisscholen in Rwanda. Of, zoals ik nu gewend ben te zeggen: de teachers van de primary schools.
Ze maken werkdagen van meer dan 9 uur en daarbij is de ‘reistijd’ niet meegerekend. Het vervoermiddel is een paar benen want andere mogelijkheden zijn er niet. Natuurlijk, je kunt een moto nemen maar voor die uitgavezijn de verdiensten (een gemiddeld salaris van ongeveer € 50 p.m.) niet toereikend. De gemiddelde prijs voor deze afstanden is 1500 Rfr (bijna 2 euro) en dat is ver boven de begroting. Dus wordt er gelopen.
Daarbij zijn wandelingen van 1 ½ uur ’s morgens en 1 ½ uur of langer ‘s avonds (dat hangt ervan af of je bergop- of afwaarts gaat) geen uitzondering.
Daarbij moet je ook de omstandigheden voegen: primary school leerkrachten geven les in twee shifts, aan de ochtendgroep en aan de middaggroep. Dat betekent gemiddeld iedere dag zo’n 100 kinderen voor je neus. Dat betekent ook dat vóór dat je aan je lesgevende taak begint, je er al wat uurtjes op hebt zitten: water halen, vuur aanmaken, kinderen voorzien van eten, het huis aanvegen (vanwege de slangen en het overige ongedierte) en nog zo wat klusjes.
En dan begint je dag op school. Je wordt geacht een strak programma af te werken. De curriculums voor de diverse vakken leggen de lat uitzonderlijk hoog. En altijd hijgen de z.g. National Exams drie keer per jaar in je nek.
Ieder trimester is iedere primary school in Rwanda 14 dagen voor het sluiten van de periode nauwelijks toegankelijk voor buitenstaanders. Dan beginnen de examens.
Vanaf P4 doen de kinderen een soort citotoets die door de leerkrachten zelf moet worden nagekeken. Hoe de controle is op eventueel misbruik blijft ondoorzichtig maar de Rwandese leerkracht is behoorlijk gezagsgetrouw.
Terwijl de leerkrachten corrigeren, rennen de kinderen in de rondte. Er is geen alternatief programma, daarvoor ontbreken de mankracht, de materialen en de ideeën.
Het is geen totale chaos (daarvoor zijn de kinderen té gedisciplineerd) maar het zijn buitengewoon onproductieve tijden.
Wij van VSO gaan enthousiast de boer op om deze, soms niet zo geweldig gemotiveerde collega’s ( en wie kan ze dat kwalijk nemen?) van nieuwe ideeën te voorzien. In het begin maak je de kardinale fot om veel te veel van je eigen, Hollands/westerse uitganspunten uit te gaan. Je sleept in koffers allerlei leuk materiaal van thuis mee, totaal vergetend dat dit onbereikbare luxe artikelen zijn voor de mensen hier.
Daarom verzamel ik nu allerlei kosteloos materiaal en probeer ze ervan te overtuigen dat het allemaal niet veel ‘amafaranga’ kost. Het gaat om de tips en tricks en die zijn gemakkelijker overdraagbaar.
Vandaag ben ik op Ngoma primary school om een aantal lessen te observeren en achteraf feedback te geven. De school ligt ver de heuvels in en het kost met taxibus en moto ongeveer 1 ½ uur om er te komen.
Bij de ene teacher is het geven van advies gemakkelijker dan bij de andere. Hoe jonger, hoe toegankelijker voor nieuwe plannen. Vooral de jonge mannen zijn heel gretig. We proberen hen ideeën te geven voor “Learner Centred Methodology” om de kinderen actiever te krijgen: niet alleen de vragen van de teacher te beantwoorden maar zelf op onderzoek uit te gaan.
Allemaal zijn ze gewend aan “teacher centred lessons” : de teacher teacht en doet dat 40 minuten lang. Alleen de laatste tien minuten maken dekinderen wat opgaven die op het bord worden geschreven. Verder is het luisteren geblazen en eindeloos nieuwe begrippen herhalen zonder iets te noteren. Alles wordt gememorised.
Met één teacher (hij geeft Engels in P4-5-6) heb ik een discussie. Het gaat moeizaam want zijn niveau van Engels steekt nauwelijks boven dat van de kinderen uit. De les gaat over lidwoorden (the Articles: a, an, the).
Als oefening geeft hij een aantal zelfstandige naamwoorden (zoals book, lady, queen, egg, house, elbow etc.) en de kinderen moeten het goede lidwoord ervoor schrijven. Als ik hem vraag of de kinderen de betekenis van de woorden kennen, antwoordt hij: ‘we mogen geen Kinyarwanda gebruiken in de Engelse les. We mogen alleen maar Engels spreken’. Als ik hem probeer uit te leggen dat de kinderen op deze manier hun vocabulaire niet echt uitbreiden, schudt hij koppig zijn hoofd. ‘Nee, les autoritées verbieden ons de woorden ook in Kinyarwanda aan te bieden’. Ik kan hem helaas niet overtuigen; zijn Engels schiet te kort om precies te begrijpen wat ik bedoel als ik zeg dat het misschien een goed idee is in de klas een lijst met ‘key-words’ op te hangen in beide talen.
Tijdens de rekenles van Leonárd in P6 breekt er een fikse onweersbui los. Behalve dat hij niet meer te verstaan is (het geluid van de regen op het pannendak maakt dat compleet onmogelijk), begint het ook overal te lekken. Leonárd, een teacher van mijn leeftijd geeft het dan ook op. Hij gaat over tot een gemeenschappelijk zang- en dansles en dat is de enige manier om het lawaai van de regen te overtreffen. Geduldig slepen zijn leerlingen (het zijn er 54) met de krakkemikkige houten banken om droog te zitten. Leonárd heeft een natuurlijk overwicht op zijn leerlingen. Het kost hem geen enkele moeite om de hele club in het gareel te houden.
Als de regen wat afneemt, moeten er nog wat sommen gemaakt worden en iedereen gaat ijverig aan de slag in verfomfaaide notebooks (sommige enigszins doorweekt vanwege de lekkage) en met haperende balpennen. Maar Leonárd houdt de stemming erin: hij heeft humor en er wordt veel gelachen. Zelden zag ik leerlingen in Rwanda zo ontspannen bezig.
Ik moet wachten tot de regen ophoudt en de ergste nattigheid een beetje de in de bodem is weggezakt want eerder waagt mijn motodriver zich niet op de glibberige paadjes . Twee uur later dan gepland ben ik thuis, zonder kleerscheuren. Mijn driver was een uiterst behoedzame bestuurder.
Leonárd werd niet door mij van adviezen voorzien. Wie ben ik, om zo’n natuurlijk talent voor lesgeven en met kinderen omgaan, van advies te dienen?
Iemand, die in een klaslokaal dat zo donker is dat de kinderen nauwelijks op het bord kunnen kijken (vanwege de regen moeten de luiken dicht) moet lesgeven,
waarvan het dak zo lek is als een zeef,
waar het zwart op het bord gedeeltelijk is afgebladderd omdat schoolbordverf te duur is,
waar de banken zo wankel zijn dat je er alleen voorzichtig en met veel beleid op kan gaan zitten,
waar het enige materiaal dat je tot je beschikking hebt, bestaat uit een krijtje en wat verfomfaaide lesboeken die je leerlingen met z’n zessen moeten delen,
iemand, die er zó de vaart en het enthousiasme weet in te houden en ook energie genoeg heeft voor een lied en een grap, zo iemand geef je geen adviezen, daar neem je allen maar heel diep je pet voor af!
Ze maken werkdagen van meer dan 9 uur en daarbij is de ‘reistijd’ niet meegerekend. Het vervoermiddel is een paar benen want andere mogelijkheden zijn er niet. Natuurlijk, je kunt een moto nemen maar voor die uitgavezijn de verdiensten (een gemiddeld salaris van ongeveer € 50 p.m.) niet toereikend. De gemiddelde prijs voor deze afstanden is 1500 Rfr (bijna 2 euro) en dat is ver boven de begroting. Dus wordt er gelopen.
Daarbij zijn wandelingen van 1 ½ uur ’s morgens en 1 ½ uur of langer ‘s avonds (dat hangt ervan af of je bergop- of afwaarts gaat) geen uitzondering.
Daarbij moet je ook de omstandigheden voegen: primary school leerkrachten geven les in twee shifts, aan de ochtendgroep en aan de middaggroep. Dat betekent gemiddeld iedere dag zo’n 100 kinderen voor je neus. Dat betekent ook dat vóór dat je aan je lesgevende taak begint, je er al wat uurtjes op hebt zitten: water halen, vuur aanmaken, kinderen voorzien van eten, het huis aanvegen (vanwege de slangen en het overige ongedierte) en nog zo wat klusjes.
En dan begint je dag op school. Je wordt geacht een strak programma af te werken. De curriculums voor de diverse vakken leggen de lat uitzonderlijk hoog. En altijd hijgen de z.g. National Exams drie keer per jaar in je nek.
Ieder trimester is iedere primary school in Rwanda 14 dagen voor het sluiten van de periode nauwelijks toegankelijk voor buitenstaanders. Dan beginnen de examens.
Vanaf P4 doen de kinderen een soort citotoets die door de leerkrachten zelf moet worden nagekeken. Hoe de controle is op eventueel misbruik blijft ondoorzichtig maar de Rwandese leerkracht is behoorlijk gezagsgetrouw.
Terwijl de leerkrachten corrigeren, rennen de kinderen in de rondte. Er is geen alternatief programma, daarvoor ontbreken de mankracht, de materialen en de ideeën.
Het is geen totale chaos (daarvoor zijn de kinderen té gedisciplineerd) maar het zijn buitengewoon onproductieve tijden.
Wij van VSO gaan enthousiast de boer op om deze, soms niet zo geweldig gemotiveerde collega’s ( en wie kan ze dat kwalijk nemen?) van nieuwe ideeën te voorzien. In het begin maak je de kardinale fot om veel te veel van je eigen, Hollands/westerse uitganspunten uit te gaan. Je sleept in koffers allerlei leuk materiaal van thuis mee, totaal vergetend dat dit onbereikbare luxe artikelen zijn voor de mensen hier.
Daarom verzamel ik nu allerlei kosteloos materiaal en probeer ze ervan te overtuigen dat het allemaal niet veel ‘amafaranga’ kost. Het gaat om de tips en tricks en die zijn gemakkelijker overdraagbaar.
Vandaag ben ik op Ngoma primary school om een aantal lessen te observeren en achteraf feedback te geven. De school ligt ver de heuvels in en het kost met taxibus en moto ongeveer 1 ½ uur om er te komen.
Bij de ene teacher is het geven van advies gemakkelijker dan bij de andere. Hoe jonger, hoe toegankelijker voor nieuwe plannen. Vooral de jonge mannen zijn heel gretig. We proberen hen ideeën te geven voor “Learner Centred Methodology” om de kinderen actiever te krijgen: niet alleen de vragen van de teacher te beantwoorden maar zelf op onderzoek uit te gaan.
Allemaal zijn ze gewend aan “teacher centred lessons” : de teacher teacht en doet dat 40 minuten lang. Alleen de laatste tien minuten maken dekinderen wat opgaven die op het bord worden geschreven. Verder is het luisteren geblazen en eindeloos nieuwe begrippen herhalen zonder iets te noteren. Alles wordt gememorised.
Met één teacher (hij geeft Engels in P4-5-6) heb ik een discussie. Het gaat moeizaam want zijn niveau van Engels steekt nauwelijks boven dat van de kinderen uit. De les gaat over lidwoorden (the Articles: a, an, the).
Als oefening geeft hij een aantal zelfstandige naamwoorden (zoals book, lady, queen, egg, house, elbow etc.) en de kinderen moeten het goede lidwoord ervoor schrijven. Als ik hem vraag of de kinderen de betekenis van de woorden kennen, antwoordt hij: ‘we mogen geen Kinyarwanda gebruiken in de Engelse les. We mogen alleen maar Engels spreken’. Als ik hem probeer uit te leggen dat de kinderen op deze manier hun vocabulaire niet echt uitbreiden, schudt hij koppig zijn hoofd. ‘Nee, les autoritées verbieden ons de woorden ook in Kinyarwanda aan te bieden’. Ik kan hem helaas niet overtuigen; zijn Engels schiet te kort om precies te begrijpen wat ik bedoel als ik zeg dat het misschien een goed idee is in de klas een lijst met ‘key-words’ op te hangen in beide talen.
Tijdens de rekenles van Leonárd in P6 breekt er een fikse onweersbui los. Behalve dat hij niet meer te verstaan is (het geluid van de regen op het pannendak maakt dat compleet onmogelijk), begint het ook overal te lekken. Leonárd, een teacher van mijn leeftijd geeft het dan ook op. Hij gaat over tot een gemeenschappelijk zang- en dansles en dat is de enige manier om het lawaai van de regen te overtreffen. Geduldig slepen zijn leerlingen (het zijn er 54) met de krakkemikkige houten banken om droog te zitten. Leonárd heeft een natuurlijk overwicht op zijn leerlingen. Het kost hem geen enkele moeite om de hele club in het gareel te houden.
Als de regen wat afneemt, moeten er nog wat sommen gemaakt worden en iedereen gaat ijverig aan de slag in verfomfaaide notebooks (sommige enigszins doorweekt vanwege de lekkage) en met haperende balpennen. Maar Leonárd houdt de stemming erin: hij heeft humor en er wordt veel gelachen. Zelden zag ik leerlingen in Rwanda zo ontspannen bezig.
Ik moet wachten tot de regen ophoudt en de ergste nattigheid een beetje de in de bodem is weggezakt want eerder waagt mijn motodriver zich niet op de glibberige paadjes . Twee uur later dan gepland ben ik thuis, zonder kleerscheuren. Mijn driver was een uiterst behoedzame bestuurder.
Leonárd werd niet door mij van adviezen voorzien. Wie ben ik, om zo’n natuurlijk talent voor lesgeven en met kinderen omgaan, van advies te dienen?
Iemand, die in een klaslokaal dat zo donker is dat de kinderen nauwelijks op het bord kunnen kijken (vanwege de regen moeten de luiken dicht) moet lesgeven,
waarvan het dak zo lek is als een zeef,
waar het zwart op het bord gedeeltelijk is afgebladderd omdat schoolbordverf te duur is,
waar de banken zo wankel zijn dat je er alleen voorzichtig en met veel beleid op kan gaan zitten,
waar het enige materiaal dat je tot je beschikking hebt, bestaat uit een krijtje en wat verfomfaaide lesboeken die je leerlingen met z’n zessen moeten delen,
iemand, die er zó de vaart en het enthousiasme weet in te houden en ook energie genoeg heeft voor een lied en een grap, zo iemand geef je geen adviezen, daar neem je allen maar heel diep je pet voor af!
-
15 Maart 2013 - 19:21
Rob En José Godfried En Henkelman:
En een zoen voor jou Hetty, al ken ik je niet.
Hier in Ethiopië zijn, althans in mijn regio, de materiële omstandigheden wel iets beter. Maar verder is de context gelijk en moet je vooral bewondering hebben voor de gemotiveerde leerkrachten die er echt iets van proberen te maken!
-
16 Maart 2013 - 22:48
Ans Baaij:
dag Hetty,
van Trees Kruidenberg kreeg ik vanavond jouw verslag.
Ten eerste vind ik het fijn om iets van jou te vernemen. En ten tweede vind ik het fantastisch hoe je schrijft en wat je zoal tegenkomt aan armoede. Maar ook die gemotiveerde leerkracht. Terecht dat je schrijft: petje af!!
Ik wens je nog een goede tijd, alhoewel ik niet weet hoe lang je nog weg blijft.
Vanaf half januari zing ik nl. bij tremenda mee met de Mattheus Passie. zaterdag a.s. de uitvoering.
ik ben benieuwd hoe het zal gaan??
Ik wens je heel veel plezier en kracht en inspiratie om door te gaan.
Liefs van Ans Baaij -
18 Maart 2013 - 11:27
Coby Castricum:
Dag Hetty Het was weer een prachtige brief.
Maar als je dit leest besef je weer zo goed hoe rijk we hier zijn.
Liefs coby -
19 Augustus 2013 - 10:35
Hester Poppinga:
Beste Hetty,
In mijn zoektocht als "'juf op leeftijd"' (twaalf jaar ervaring in het basisonderwijs in Amsterdam) naar informatie over uitzendingen in het buitenland, kwam ik via VSO jouw verhaal tegen over "Meester in ruanda"'.
Voor mij een heel inspirerend verhaal en het leek me uit het leven gegrepen. (ik heb wat ervaring in de branche van museumeducatie in Indonesie, via het Tropenmuseum)
Ik speel met de gedachte iets vergelijkbaars als wat jij in Ruanda gedaan hebt te ondernemen en ben dan ook meer dan geïnteresseerd in jouw ervaringen.
Ik weet niet wanneer je in Nederland bent, maar ik vraag me af of er ontmoetings momenten zijn als je in Nederland bent..............
Als je tijd hebt zou ik het op prijs stellen als je op mijn mail zou willen reageren.
Hartelijke groet,
Hester Poppinga
Copernicusstraat 13
1098jc
Amsterdam
hesterpoppinga@hotmail.com
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley