“Couleur locale”
Door: hettyinrwanda
Blijf op de hoogte en volg Hetty
27 Januari 2012 | Rwanda, Gitarama
Lieve allemaal,
Ook in Rwanda kennen we zoiets als ‘de dagelijkse routine’. En omdat iedereen na een vakantie weer back to normal gaat, wil ik daar deze rondzendbrief maar eens aan wijden.
Als ik ’s morgens om ongeveer 7 uur van mijn heuvel afdaal naar de ‘main road’ is het leven in Muhanga (het district waar ik woon) al in volle gang. Zeker als het woensdag is, want dan is er de nieuwe aanvoer voor de markt.
Het is één grote pantoffelparade aan beide kanten van de weg. Hele gezinnen begeven zich marktwaarts: kinderen aan de hand, ronde plastic bakken, vol met allerhande groenten op het hoofd. Het geheim van dit schijnbaar moeiteloos op je hoofd dragen van allerlei spullen (tot bedden en naaimachines aan toe) heb ik ontdekt op mijn “Azizi Life dag”.
Azizi Life is een Brits-Amerikaanse organisatie, die hier in Gitarama is gevestigd en door twee jonge mensen, Tom en Christie, een aantal jaren geleden is opgericht.
“Azizi” is een begrip in Swahili (de taal die in heel veel landen in oost-Afrika wordt gesproken) en betekent: ‘geweldig, bijzonder’.
Het is een kleinschalige coöperatie van vrouwen die de prachtigste kunstvoorwerpen maken: houtsnijwerk, vlechtwerk, manden, schalen, sieraden enz. Je kunt het vergelijken met de spullen die je in een Wereldwinkel kunt krijgen, maar de kwaliteit is wel heel hoog.
En de vrouwen verdienen op deze manier meer dan wanneer zij in hun eentje een afzetmarkt moeten zien te vinden.
Sinds kort richt Azizi Life zich ook wat meer op het eco-toerisme. Ik schreef het al eens eerder, het toerisme in Rwanda is nog heel erg in het beginstadium en kan, als het met zorg gebeurt, best een push gebruiken.
Geri, een Engelse volunteer, die voor een jaar gestationeerd is bij AL heeft een uniek concept bedacht dat geweldig aanslaat.
Je gaat met een groepje mensen ’s morgens vroeg in een minibusje de heuvels in en je leeft een dag het leven mee van een gemiddeld boerengezin in Rwanda. Aangezien ongeveer 85% van de bevolking landbouwer is, is dat dus het dagelijks leven van de gemiddelde Rwandees.
Als je in het dorpje bent aangekomen en een stukje het onverharde pad bent opgelopen, word je heel hartelijk ontvangen door een groepje vrouwen van de coöperatie.
Het huisje waar ik op bezoek mocht komen, bestond uit een aantal delen: eerst het voorhuis (meestal twee of drie kamertjes), dan een binnenplaatsje met aan de overkant de keuken en links en rechts een stal voor de koe en de geit. Het houden van dieren is voor de Rwandese boer een extra rijkdom. Maar de geiten bv. worden uitsluitend voor het vlees gehouden; dat je van de melk ook uitstekende kaas kunt maken, is hier bijna onbekend en de moeite waard om te gaan ontwikkelen. Maar dat is project nummer zoveel…..
De huisjes zijn eigenlijk heel basic: er zijn geen kasten. Kleren en gebruiksvoorwerpen worden bewaard in metalen of houten trommels. Rijkere mensen hebben huizen van steen
(die bijna allemaal met de hand gevormd worden) maar als je dat niet kunt betalen, bouw je je huis van adobe (een mengsel van koeienpoep en leem). Ook de adobebouwstenen worden met de hand gemaakt. En van dit mengel kun je ook nog prachtige schilderijen vervaardigen. Dat wordt mijn volgende hobby….!
Het meubilair bestaat uit een lage houten tafel met wat banken er omheen en de vloer is van aangestampte aarde.
Na de begroeting gingen we eerst naar de keuken om aardappelen te schillen. Het zijn zoete aardappelen (yams) en als ze gekookt zijn, zijn ze tamelijk droog. Daarom worden ze meestal met een kruidige saus gegeten.
Maar om de yams te kunnen koken, heb je hout nodig en dat komt niet vanzelf je keuken binnen.
Dus gingen we, gehuld in panga (een omslagschort) en met hoofddoek om –de traditionele outfit van vrouwen die op het land werken- het bos in om hout te kappen.
Met behulp van bijlen en machetes hakten we met vereende krachten ( waarbij de vrouwen een stuk krachtiger waren dan wij!) een eucalyptusboom om. Het was niet eens zo’n erge dikke boom, maar we hebben ruim twee uur staan hakken en zweten om er enigszins vervoerbare brandhoutpakketten van te maken.
En toen ging het huiswaarts. Van lange bananenbladeren wordt een soort plat hoedje gevouwen en dat leg je op je hoofd. Vervolgens til je met behulp van een medehouthakker een bundel brandhout op je hoofd en je probeert, nonchalant kijkend en met rechte rug (alsof je dit al jaren doet) de helling op te klimmen zonder dat het hele zaakje omlaag ploft.
Maar de helling is steil en de bundel hout bepaald niet licht. Toch is het mij gelukt het hele gevaarte met één hand in evenwicht te houden, niet te struikelen en met opgeheven hoofd (dat moet wel anders gaat alles verschuiven), het huisje te bereiken. Maar mijn bewondering voor de vrouwen hier die een dergelijke bundel regelmatig vervoeren, tegelijkertijd een baby op de rug dragen en aan iedere hand een tas of een ander kindje vasthouden, steeg met de minuut.
Ik weet nu waar die prachtige manier van lopen van Rwandese vrouwen vandaan komt. Ze lopen niet, ze schrijden en dat komt omdat ze van jongs af aan gewend zijn van alles op hun hoofd te dragen.
Als je niet rechtop loopt, houd je het hele zaakje niet in evenwicht.
Na al dat werk hadden we natuurlijk een flinke trek ontwikkeld, maar we konden nog niet gaan eten. Eerst moest er water gehaald worden. Deze gemeenschappen hebben geen stromend water en geen elektriciteit. Als men het kan betalen, hebben de mensen de beschikking over kerosine- of olielampen. Maar zo’n lamp kost bijna een maandsalaris, dus daar moet voor gespaard worden.
Van groot tot klein en van jong tot oud, iedereen op het Rwandese platteland is waterdrager. Het water wordt vervoerd in gele jerrycans en de afmetingen zijn aangepast aan degene die het water moet halen; piepkleine jerrycannetjes voor de kleintjes (al vanaf drie jaar oud help je mee) en naarmate je ouder wordt groeit ook de omvang van je jerrycan.
Het water wordt gehaald op centrale tapplaatsen en zo gingen we in ganzenpas ongeveer 500 meter heuvel op, heuvel af naar het tappunt. Heen is het nog niet zo’n probleem maar terug is het behoorlijk afzien. En om zo’n jerrycan nou op m’n hoofd te zetten…..
Intussen waren de vrouwen begonnen aan het klaarmaken van de maaltijd: zoete aardappelen met saus, pittig gekruide bonen, een avocadosalade en verse ananas, alles van eigen bodem. Het was smakelijk en voedzaam.
Daarna raakten we uitvoerig aan de praat. Bij iedere groep is een tolk aanwezig, die Kinyarwanda spreekt (en overigens zelf ook meehelpt) en daardoor is er een heel goed gesprek mogelijk.
Onze gastvrouw stond er alleen voor: ze had vier nog jonge kinderen en ze runt in haar eentje het huishouden, het werk op het land én ze is voorzitter van de coöperatie.
Maar ze lacht, ze is vrolijk en lief voor haar kinderen die af en toe komen binnen hollen, ze is sterk en krachtig.
Na het eten gingen we naar buiten en kregen we les in het weven van sisal armbanden, een van de artikelen die de vrouwen voor Azizi Life maken.
Het was een mengelmoes van talen, van mensen en van nieuwsgierige kinderen die er geen genoeg van kregen om naar al die Muzungu’s te kijken, die daar gehuld in Afrikaanse kleren hun best deden om een redelijk ronde armband te vervaardigen. En dat viel helemaal niet mee!
Om ongeveer half vier in de middag namen we afscheid van onze vriendelijke gastvrouwen en bracht het busje ons weer terug naar het AL kantoor.
Moe en stoffig maar een indrukwekkende ervaring rijker, stapte ik thuis onder mijn (warme!) douche.
AziziLife levert naar mijn idee door dit initiatief een heel belangrijke bijdrage aan het verspreiden van de kennis over de huidige Rwandese cultuur en samenleving. Sinds de afschuwelijk periode van de jaren negentig van de vorige eeuw is het land heel duidelijk op de goede weg; er zijn enorme ontwikkelingen gaande, niet in de laatste plaats in de kleine gemeenschappen, de umudugudu, waar de mensen opnieuw hebben moeten leren als Rwandese staatsburgers samen te leven zonder stammenonderscheid.
Het voornaamste gevoel dat ik aan deze dag heb overgehouden, is het besef van de geweldige bijdrage aan de dagelijkse economie van dit land, die met name de vrouwen leveren.
Zonder hulpmiddelen als gas, licht en stromend water en met nauwelijks de beschikking over vervoersmogelijkheden, nemen ze opgewekt iedere dag dit zware werk op hun schouders ( en op hun hoofd niet te vergeten).
Petje af!! Al of niet van bananenblad!
Ook in Rwanda kennen we zoiets als ‘de dagelijkse routine’. En omdat iedereen na een vakantie weer back to normal gaat, wil ik daar deze rondzendbrief maar eens aan wijden.
Als ik ’s morgens om ongeveer 7 uur van mijn heuvel afdaal naar de ‘main road’ is het leven in Muhanga (het district waar ik woon) al in volle gang. Zeker als het woensdag is, want dan is er de nieuwe aanvoer voor de markt.
Het is één grote pantoffelparade aan beide kanten van de weg. Hele gezinnen begeven zich marktwaarts: kinderen aan de hand, ronde plastic bakken, vol met allerhande groenten op het hoofd. Het geheim van dit schijnbaar moeiteloos op je hoofd dragen van allerlei spullen (tot bedden en naaimachines aan toe) heb ik ontdekt op mijn “Azizi Life dag”.
Azizi Life is een Brits-Amerikaanse organisatie, die hier in Gitarama is gevestigd en door twee jonge mensen, Tom en Christie, een aantal jaren geleden is opgericht.
“Azizi” is een begrip in Swahili (de taal die in heel veel landen in oost-Afrika wordt gesproken) en betekent: ‘geweldig, bijzonder’.
Het is een kleinschalige coöperatie van vrouwen die de prachtigste kunstvoorwerpen maken: houtsnijwerk, vlechtwerk, manden, schalen, sieraden enz. Je kunt het vergelijken met de spullen die je in een Wereldwinkel kunt krijgen, maar de kwaliteit is wel heel hoog.
En de vrouwen verdienen op deze manier meer dan wanneer zij in hun eentje een afzetmarkt moeten zien te vinden.
Sinds kort richt Azizi Life zich ook wat meer op het eco-toerisme. Ik schreef het al eens eerder, het toerisme in Rwanda is nog heel erg in het beginstadium en kan, als het met zorg gebeurt, best een push gebruiken.
Geri, een Engelse volunteer, die voor een jaar gestationeerd is bij AL heeft een uniek concept bedacht dat geweldig aanslaat.
Je gaat met een groepje mensen ’s morgens vroeg in een minibusje de heuvels in en je leeft een dag het leven mee van een gemiddeld boerengezin in Rwanda. Aangezien ongeveer 85% van de bevolking landbouwer is, is dat dus het dagelijks leven van de gemiddelde Rwandees.
Als je in het dorpje bent aangekomen en een stukje het onverharde pad bent opgelopen, word je heel hartelijk ontvangen door een groepje vrouwen van de coöperatie.
Het huisje waar ik op bezoek mocht komen, bestond uit een aantal delen: eerst het voorhuis (meestal twee of drie kamertjes), dan een binnenplaatsje met aan de overkant de keuken en links en rechts een stal voor de koe en de geit. Het houden van dieren is voor de Rwandese boer een extra rijkdom. Maar de geiten bv. worden uitsluitend voor het vlees gehouden; dat je van de melk ook uitstekende kaas kunt maken, is hier bijna onbekend en de moeite waard om te gaan ontwikkelen. Maar dat is project nummer zoveel…..
De huisjes zijn eigenlijk heel basic: er zijn geen kasten. Kleren en gebruiksvoorwerpen worden bewaard in metalen of houten trommels. Rijkere mensen hebben huizen van steen
(die bijna allemaal met de hand gevormd worden) maar als je dat niet kunt betalen, bouw je je huis van adobe (een mengsel van koeienpoep en leem). Ook de adobebouwstenen worden met de hand gemaakt. En van dit mengel kun je ook nog prachtige schilderijen vervaardigen. Dat wordt mijn volgende hobby….!
Het meubilair bestaat uit een lage houten tafel met wat banken er omheen en de vloer is van aangestampte aarde.
Na de begroeting gingen we eerst naar de keuken om aardappelen te schillen. Het zijn zoete aardappelen (yams) en als ze gekookt zijn, zijn ze tamelijk droog. Daarom worden ze meestal met een kruidige saus gegeten.
Maar om de yams te kunnen koken, heb je hout nodig en dat komt niet vanzelf je keuken binnen.
Dus gingen we, gehuld in panga (een omslagschort) en met hoofddoek om –de traditionele outfit van vrouwen die op het land werken- het bos in om hout te kappen.
Met behulp van bijlen en machetes hakten we met vereende krachten ( waarbij de vrouwen een stuk krachtiger waren dan wij!) een eucalyptusboom om. Het was niet eens zo’n erge dikke boom, maar we hebben ruim twee uur staan hakken en zweten om er enigszins vervoerbare brandhoutpakketten van te maken.
En toen ging het huiswaarts. Van lange bananenbladeren wordt een soort plat hoedje gevouwen en dat leg je op je hoofd. Vervolgens til je met behulp van een medehouthakker een bundel brandhout op je hoofd en je probeert, nonchalant kijkend en met rechte rug (alsof je dit al jaren doet) de helling op te klimmen zonder dat het hele zaakje omlaag ploft.
Maar de helling is steil en de bundel hout bepaald niet licht. Toch is het mij gelukt het hele gevaarte met één hand in evenwicht te houden, niet te struikelen en met opgeheven hoofd (dat moet wel anders gaat alles verschuiven), het huisje te bereiken. Maar mijn bewondering voor de vrouwen hier die een dergelijke bundel regelmatig vervoeren, tegelijkertijd een baby op de rug dragen en aan iedere hand een tas of een ander kindje vasthouden, steeg met de minuut.
Ik weet nu waar die prachtige manier van lopen van Rwandese vrouwen vandaan komt. Ze lopen niet, ze schrijden en dat komt omdat ze van jongs af aan gewend zijn van alles op hun hoofd te dragen.
Als je niet rechtop loopt, houd je het hele zaakje niet in evenwicht.
Na al dat werk hadden we natuurlijk een flinke trek ontwikkeld, maar we konden nog niet gaan eten. Eerst moest er water gehaald worden. Deze gemeenschappen hebben geen stromend water en geen elektriciteit. Als men het kan betalen, hebben de mensen de beschikking over kerosine- of olielampen. Maar zo’n lamp kost bijna een maandsalaris, dus daar moet voor gespaard worden.
Van groot tot klein en van jong tot oud, iedereen op het Rwandese platteland is waterdrager. Het water wordt vervoerd in gele jerrycans en de afmetingen zijn aangepast aan degene die het water moet halen; piepkleine jerrycannetjes voor de kleintjes (al vanaf drie jaar oud help je mee) en naarmate je ouder wordt groeit ook de omvang van je jerrycan.
Het water wordt gehaald op centrale tapplaatsen en zo gingen we in ganzenpas ongeveer 500 meter heuvel op, heuvel af naar het tappunt. Heen is het nog niet zo’n probleem maar terug is het behoorlijk afzien. En om zo’n jerrycan nou op m’n hoofd te zetten…..
Intussen waren de vrouwen begonnen aan het klaarmaken van de maaltijd: zoete aardappelen met saus, pittig gekruide bonen, een avocadosalade en verse ananas, alles van eigen bodem. Het was smakelijk en voedzaam.
Daarna raakten we uitvoerig aan de praat. Bij iedere groep is een tolk aanwezig, die Kinyarwanda spreekt (en overigens zelf ook meehelpt) en daardoor is er een heel goed gesprek mogelijk.
Onze gastvrouw stond er alleen voor: ze had vier nog jonge kinderen en ze runt in haar eentje het huishouden, het werk op het land én ze is voorzitter van de coöperatie.
Maar ze lacht, ze is vrolijk en lief voor haar kinderen die af en toe komen binnen hollen, ze is sterk en krachtig.
Na het eten gingen we naar buiten en kregen we les in het weven van sisal armbanden, een van de artikelen die de vrouwen voor Azizi Life maken.
Het was een mengelmoes van talen, van mensen en van nieuwsgierige kinderen die er geen genoeg van kregen om naar al die Muzungu’s te kijken, die daar gehuld in Afrikaanse kleren hun best deden om een redelijk ronde armband te vervaardigen. En dat viel helemaal niet mee!
Om ongeveer half vier in de middag namen we afscheid van onze vriendelijke gastvrouwen en bracht het busje ons weer terug naar het AL kantoor.
Moe en stoffig maar een indrukwekkende ervaring rijker, stapte ik thuis onder mijn (warme!) douche.
AziziLife levert naar mijn idee door dit initiatief een heel belangrijke bijdrage aan het verspreiden van de kennis over de huidige Rwandese cultuur en samenleving. Sinds de afschuwelijk periode van de jaren negentig van de vorige eeuw is het land heel duidelijk op de goede weg; er zijn enorme ontwikkelingen gaande, niet in de laatste plaats in de kleine gemeenschappen, de umudugudu, waar de mensen opnieuw hebben moeten leren als Rwandese staatsburgers samen te leven zonder stammenonderscheid.
Het voornaamste gevoel dat ik aan deze dag heb overgehouden, is het besef van de geweldige bijdrage aan de dagelijkse economie van dit land, die met name de vrouwen leveren.
Zonder hulpmiddelen als gas, licht en stromend water en met nauwelijks de beschikking over vervoersmogelijkheden, nemen ze opgewekt iedere dag dit zware werk op hun schouders ( en op hun hoofd niet te vergeten).
Petje af!! Al of niet van bananenblad!
-
27 Januari 2012 - 16:07
Ada:
leuke foto,s.
Het beste met je en groetjes uit uitgeest van ADA -
27 Januari 2012 - 16:17
Lieneke.:
Hallo Hetty. Het is weer een geweldig verslag. Ik ben toch maar blij met mijn keukentje. Ik moet er niet aan denken om dingen op mijn hoofd te moeten vervoeren. Gemak dient een mens. Tot het volgende verslag. Groetjes van Lieneke. -
27 Januari 2012 - 19:00
Ton Versteeg:
Hetty ik heb weer zitten smullen van je verslag. Je "dompelt" je helemaal onder in de locale gebruiken en beschrijft goed de dagelijkse struggle of life van de Rwandese vrouw. Volgens mij geniet je nog steeds volop. Blijf ons meenemen in je belevenissen, zodat we vanuit het koude Holland even het gevoel hebben in Afrika te zijn.
Groeten van ons -
27 Januari 2012 - 20:19
Jolanda Steensma:
Hoi Hetty,
geweldig om het dagelijkse leven mee te maken, en niet alleen als toerist er naar kijken. Tja, wat een verschil, wij zitten hier Citotoetsen na te kijken en rapporten te schrijven........
Groeten Jolanda -
27 Januari 2012 - 21:07
Jenni:
Hi Hetty,
toll, ein neuer Bericht, und sooo viele neue Bilder!! Super dich zu sehen! Sei umarmt, viele Kuesse sendet dir und denkt an dich:
Jenni -
27 Januari 2012 - 21:13
Monique:
Wat kunnen de gewone dagelijkse dingen toch zo anders zijn. Bij het lezen van elk verslag voel ik weer de verwondering van het harde leven daar en hoe luxe we het hier hebben. Maar ook zo mooi dat iedereen er ondanks de omstandigheden zo vrolijk is.
Ook bij ons is de dagelijkse gang weer volop begonnen. Ik moet zeggen dat de eerste schrik van een nieuwe school een beetje gezakt is en we nu druk bezig zijn de juiste bouwstenen te zoeken. Misschien is hier Adobe ook wel iets, het zelf vormen komt aardig overeen.
Van Antoinette hoorde ik dat je deze zomer even een regenbuitje komt halen.
groetjes en misschien tot in de zomer.
-
28 Januari 2012 - 11:42
Thealet:
Wat een schitterende foto's weer: genieten!
Groet, Thealet -
29 Januari 2012 - 11:22
Cisca:
Heb weer met veel plezier je belevenissen gelezen. Wat doe jij een hoop nieuwe ervaringen op, zeg! Voor jou geen geraniums in je pensioen. Ik ben onder de indruk, Hetty! -
30 Januari 2012 - 13:30
Yolanda H:
Wat een ervaring Hetty. Wat een ander leven. Zo'n volgens mij, aards bestaan. Ik heb weer met plezier gelezen en gekeken naar je foto's. Geniet er vooral van en leuk dat wij in je verslagen het een beetje met je mee kunnen beleven. Ik moet je ook groeten van mijn dochter Yentl, jouw oud-leerling, die hier ook zo van geniet. Zij gaat deze zomervakantie in Thailand kinderen engelse les geven, dus je spreekt haar enorm aan. Lieve Hetty, succes daar en liefs vanuit ons kouwe kikkerlandje. -
30 Januari 2012 - 21:18
Gabrielle:
Hoi Hetty,
Vanuit een steeds kouder wordend Nederland lees ik je net je blog. Wat een wereld van verschil.
Een ervaring die voor altijd bij je blijft.
Ik begrijp dat je enorm geniet van alles om je heen en steeds weer nieuwe uitdagingen trotseert.
Groeten Gabrielle -
01 Februari 2012 - 09:31
Tineke.:
Terwijl hier de mensen opgewonden raken over de eventuele elfstedentocht,
leer je behoorlijk relativeren als je leest over het leven daar. Geweldig zoals die vrouwen daar in het leven staan. En wij hier maar zeuren over van de crisis en bezuinigingen. We zouden ons diep moeten schamen. Voor de rest gaat alles goed.
Groetjes Tineke. -
03 Februari 2012 - 19:17
Corrie Elswijk:
Lieve Hetty, genoten van je verslag,en de foto's,wat geweldig om dit alles te mogen beleven. Ik heb vandaag genoten van de maagdelijke sneew die zoveel stilte geeft en de mensen zoveel vriendelijker maakt.Nu nog een paar weken voor ons concert. Heel veel kracht wens ik je bij jou bijzondere werk
Liefs van Corrie Elswijk -
07 Februari 2012 - 09:05
Cor Castricum:
Hetty,
telkens als ik jouw verslagen lees,probeer ik me in te leven in jouw situatie en van de mensen daar. Met bewondering en vooral moed en doorzettingsvermogen,worden dingen tot stand gebracht.Bijzonder mooie foto's ook trouwens.Het ga je goed.
Cor -
07 Februari 2012 - 17:43
Jos K:
Hoi Hetty, Wat heb je er weer een prachtig verhaal van gemaakt! Zo in details maak je 't al lezende mee. Leuke foto's maken 't plaatje compleet!
Houd je er rekening mee, dat Nederland intussen in Siberië is veranderd?
Groetjes, Joop en Jos -
11 Februari 2012 - 10:30
Ilonka Dik:
Hoi Hetty,
Wat een indrukwekkend verslag.
Ik wens je nog een mooie tijd daar en blijf je verslagen zeker lezen!
Lieve groet, Ilonka
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley